Verzekeraar teruggefloten: Aegon moet gouden ketting tóch vergoeden na woninginbraak
Nadat een verzekerde van Aegon Schadeverzekering N.V. het slachtoffer werd van een woninginbraak, claimde hij de schade vanwege een gestolen gouden ketting op zijn inboedelverzekering. Aegon weigerde de schade in eerste instantie uit te keren, maar moet na een procedure bij het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (Kifid) toch uitkeren aan zijn verzekerde. U kunt de uitspraak van het Kifid hier teruglezen.
Feiten
Op 14 juli 2020 is een verzekerde van Aegon het slachtoffer geworden van een woninginbraak. Bij de inbraak in zijn woning is een aantal goederen gestolen, waaronder een gouden ketting van 88,3 gram ter waarde van € 8.830,00. De verzekerde heeft een dag later bij de politie aangifte gedaan van diefstal en verklaard dat het slot uit de voordeur was gehaald. In het proces-verbaal is de gouden ketting opgenomen als een van de gestolen goederen.
De verzekerde heeft een inboedelverzekering met allriskdekking afgesloten bij Aegon. Hij heeft op 28 augustus 2022 een schadeclaim ingediend bij Aegon. Aegon heeft een schade-expert ingeschakeld om de aard en de omvang van de schadeclaim vast te stellen. De schade-expert heeft in zijn schaderapport vermeld de gouden ketting buiten beschouwing te hebben gelaten. “De echtheid van een certificaat met betrekking tot die gouden ketting valt niet te controleren”, aldus de schade-expert.
Op 15 februari 2021 heeft Aegon zijn verzekerde laten weten een schade-uitkering te doen van € 4.374,95, conform het door de schade-expert vastgestelde schadebedrag. Aegon heeft de gouden ketting niet vergoed. De verzekerde is het daar niet mee eens en vordert een aanvullende schade-uitkering van € 8.830,00 conform de waarde van de gouden ketting. Aegon houdt echter voet bij stuk en weigert over te gaan tot vergoeding van de gouden ketting.
Verweer Aegon
Aegon stelt zich allereerst op het standpunt dat de verzekerde niet aan zijn stel- en bewijsplicht heeft voldaan. Het proces-verbaal kan volgens Aegon alleen de stelling van de verzekerde onderbouwen dat hij aangifte heeft gedaan van een inbraak in zijn woning en diefstal, maar kan (op zichzelf) niet het bewijs leveren van de inbraak. De verzekerde heeft geen bewijs overgelegd waarmee de inbraak kan worden aangetoond, zoals foto’s waarop braakschade is te zien of een factuur van een slotenmaker, aldus Aegon.
Daarnaast heeft de verzekerde volgens Aegon het eigendom, bezit en de waarde van de geclaimde gouden ketting niet aangetoond. De verzekerde heeft het voorgaande op meerdere manieren aannemelijk proberen te maken. Zo heeft hij Aegon allereerst een foto toegestuurd waarop is te zien dat hij de ketting draagt. Ten tweede heeft hij een taxatierapport laten opmaken omdat hij destijds van plan was om de ketting te verkopen. De verzekerde heeft contact opgenomen met de tabak speciaalzaak die zijn ketting heeft getaxeerd, maar er is volgens hem geen beeldmateriaal van het moment waarop hij de ketting heeft laten taxeren. Aegon kan wel altijd contact opnemen met de taxateur voor verdere vragen en opheldering, aldus de verzekerde. Wat betreft de waarde van de ketting heeft de verzekerde verklaard dat de ketting in 2016 door zijn vader was aangeschaft in het buitenland. De verzekerde is in 2021 teruggegaan naar de winkel waar de ketting volgens hem was aangeschaft. De winkel had alle gegevens van de aankoop nog in het systeem staan en heeft de verzekerde een kopie van het aankoopbewijs van de ketting verstrekt.
Aegon acht het voorgaande echter niet overtuigend genoeg om over te gaan tot vergoeding van de ketting. Wat betreft de foto waarop te zien is dat de verzekerde de ketting draagt, overweegt Aegon dat deze onvoldoende is om aan te tonen dat de verzekerde de eigenaar en bezitter is geweest van de geclaimde ketting ten tijde van de inbraak. Aegon heeft niet kunnen vaststellen wanneer de foto is gemaakt en de foto is daarnaast onvoldoende duidelijk om daaruit af te kunnen leiden dat het om een echte gouden ketting gaat (en geen replica) en wat de waarde van die ketting was.
Wat betreft het taxatierapport overweegt Aegon dat de verzekerde slecht een handgeschreven document heeft overgelegd. Dit betreft volgens Aegon geen taxatierapport van een gecertificeerde taxateur, maar slechts een notitie met de vermelding van de verkoopprijs en geen taxatie. Het is de schade-expert van Aegon niet gelukt om contact met de tabak speciaalzaak te leggen. Een verklaring van een medewerker zou voor de verzekeraar ook geen aanleiding zijn om zijn standpunt te herzien.
Wat betreft het overgelegde aankoopbewijs overweegt Aegon dat niet vaststaat dat dit een document een kopie betreft van een aankoopbewijs van de geclaimde ketting. Voorts heeft Aegon de echtheid van het document niet kunnen controleren, omdat er geen contact mogelijk was met de winkel. Aegon kan tot slot niet uitsluiten dat de ketting niet van de verzekerde was, omdat de verzekerde eerder – toen hem door de schade-experts werd gevraagd hoe hij de gestolen goederen had gefinancierd – had verklaard dat hij maandelijks met vrienden geld spaarde en dat met dat geld aankopen werden gedaan.
Oordeel Kifid
De commissie van het Kifid moet de vraag beantwoorden of de geclaimde diefstalschade van de gouden ketting is gedekt onder de verzekering en de verzekerde recht heeft op een aanvullende schade-uitkering. Voor het beantwoorden van deze vraag zal de commissie allereerst kijken naar wat hierover in de verzekeringsvoorwaarden staat. Uitgangspunt is namelijk wat tussen partijen is overeengekomen.
De verzekerde heeft een verzekering met een allriskdekking. De ketting betreft een lijfsieraad en lijfsieraden zijn ingevolge de polisvoorwaarden verzekerd voor een bedrag van € 10.000,00 per gebeurtenis. Lijfsieraden zijn conform de polisvoorwaarden onder de ‘Inboedel Allrisk’ verzekerd tegen bijna iedere onvoorziene schade tijdens de looptijd van de verzekering. Daaronder valt dus ook een woninginbraak.
Aegon stelt zich op het standpunt dat de aangifte van de verzekerde bij de politie alleen de stelling onderbouwt dat hij aangifte heeft gedaan van een inbraak in zijn woning en diefstal, maar dat dit (op zichzelf) niet het bewijs kan leveren van de inbraak. Naar het oordeel van de commissie heeft Aegon echter nagelaten zijn stelling te onderbouwen met een verwijzing naar de voorwaarden waarin staat dat diefstal (van lijfsieraden in het geval van een allriskdekking) alleen is verzekerd bij een inbraak. Lijfsieraden zijn conform de polisvoorwaarden onder de ‘Inboedel Allrisk’ immers verzekerd tegen ‘bijna iedere onvoorziene schade’. Om deze reden passeert de commissie het verweer van de verzekeraar dat de verzekerde onvoldoende heeft aangetoond dat sprake is geweest van inbraak.
Voor wat betreft het aantonen van de diefstalschade geldt als uitgangspunt dat de verzekerde moet bewijzen dat zich een verzekerd voorval – in dit geval de diefstal van de gouden ketting – heeft voorgedaan. Bewijs van diefstal is vaak erg moeilijk te leveren en daarom mogen daaraan geen al te zware eisen worden gesteld. Over het algemeen is voldoende dat in combinatie met een aangifte bij de politie feiten en omstandigheden aannemelijk worden gemaakt waaruit de gestelde diefstal kan volgen. Als er echter aanleiding is om aan het verhaal van de verzekerde te twijfelen, dan kan voorbij worden gegaan aan de aangifte en/of kunnen er aanvullende eisen worden gesteld aan het bewijs van de diefstal. Het door een verzekerde verschillend en tegenstrijdig verklaren over de omstandigheden rondom de diefstal kan ook grond zijn om hogere eisen aan het bewijs van de diefstal te stellen, aldus de commissie.
De commissie ziet voorts geen aanleiding om te oordelen dat – zoals Aegon heeft aangevoerd – onvoldoende duidelijk is of de ketting op de foto een gouden ketting is en geen replica van de ketting die is gestolen. Op grond van artikel 3:109 BW wordt vermoed dat de verzekerde de gouden ketting voor zichzelf houdt en daarmee de bezitter van de gestolen ketting is. Volgens artikel 3:119 lid 1 BW leidt dat bezit tot het vermoeden dat de verzekerde de rechthebbende van de gestolen ketting is. Tegen dit wettelijk vermoeden kan de verzekeraar tegenbewijs leveren. Aegon dient bewijs te leveren waardoor dit wettelijk vermoeden wordt ontkracht. Naar het oordeel van de commissie is Aegon hierin niet geslaagd.
Het voorgaande betekent dat het verweer van Aegon niet slaagt en dat de schade door diefstal van de gouden ketting is gedekt onder de verzekering. Aegon had al eerder een bedrag van € 4.374,95 uitgekeerd aan de verzekerde, waarvan een bedrag van € 2.174,00 was uitgekeerd onder de rubriek ‘lijfsieraden incl. horloges’. Dit betekent dat voor lijfsieraden nog een verzekerd bedrag van € 7.826,00 resteert, gezien het maximum verzekerd bedrag van € 10.000,00 voor lijfsieraden. Dat de waarde van de ketting ten tijde van de diefstal ten minste € 7.826,00 was, neemt de commissie tot slot aan op basis van een ondertekende verklaring van een juwelier uit Monrovia (Liberia), waarin is vermeld dat van de vader van de verzekerde destijds een bedrag van 11.200,00 USD is ontvangen voor ‘88.3 Gram of Gold for Chain and Locket in 18K’.
Conclusie
De commissie oordeelt dat diefstal van de gouden ketting gedekt is onder de inboedelverzekering met allriskdekking. De verzekerde heeft derhalve recht op een aanvullende schade-uitkering van € 7.826,00. Bent u zelf het slachtoffer geworden van een (woning)inbraak en/of diefstal en weigert uw verzekeraar uw gestolen goederen te vergoeden? Neem dan gerust contact op met een van onze advocaten!