Schade na medische fout: de verschillende hordes
Verkeerde diagnose, een fout tijdens een operatie, een verkeerd beoordeelde röntgenfoto. Drie voorbeelden van medische fouten die veelvuldig voorkomen. Slachtoffers van medische fouten kunnen wegens medisch verwijtbaar handelen grote medische en financiële gevolgen ondervinden. In deze blog wordt besproken hoe de financiële gevolgen van een medische fout worden begroot.
Schadebegroting naar Nederlands recht
Een patiënt die het slachtoffer is geworden van een medische fout kan recht hebben op een schadevergoeding als die fout onrechtmatig was. Daarvan is sprake als het handelen van de arts buiten de professionele standaard valt omdat een redelijk handelend en redelijk bekwaam arts anders zou hebben gehandeld, De schade die op grond van een wettelijke verplichting tot schadevergoeding (zoals een onrechtmatige daad) moet worden vergoed, bestaat uit vermogensschade en ander nadeel (smartengeld), zo zegt de wet in artikel 6:95 BW. De schade kan dus bestaan uit materiële schade en immateriële schade. Als uitgangspunt geldt dat het slachtoffer ‘in dezelfde situatie teruggebracht moet worden als zonder de fout het geval zou zijn geweest’. Dit betekent dat de omvang van de schade wordt bepaald door een vergelijking van de toestand zoals deze in werkelijkheid is met de toestand zoals die (vermoedelijk) zou zijn geweest zonder het schadeveroorzakende feit. Die laatste toestand heet de ‘hypothetische situatie zonder fout’.
Hordes bij medische fouten
Een lastig aspect van schade na een medische fout is dat het slachtoffer niet zonder reden bij de behandeld arts terecht is gekomen. Vaak is er al sprake van een botbreuk, ziekte of in ieder geval symptomen die het slachtoffer ertoe nopen medische hulp te zoeken. Er is vaak al sprake van klachten en beperkingen, waardoor het slachtoffer medische kosten maakt, wellicht zelfs arbeidsongeschikt is of beperkt in het doen van zijn huishouden. Ook moet er rekening worden gehouden met een hersteltermijn na de behandeling. In die hersteltermijn had het slachtoffer mogelijk ook bij een goede behandeling beperkingen ondervonden en dus schade geleden. Dit moet worden meegenomen in de situatie waarin het slachtoffer zich daadwerkelijk bevindt. De schade die het gevolg is van de klachten die het slachtoffer ook in de situatie zónder medische fout had gemaakt, moet van de totale schadevergoeding worden afgetrokken.
Een andere horde betreft het feit dat elke patiënt anders reageert op een behandeling. Het is na een fout vaak lastig te reconstrueren hoe het slachtoffer zou zijn hersteld als er géén fout in de behandeling had plaatsgevonden. Niet iedereen herstelt volledig na een operatie. Sommige patiënten blijven pijn, klachten en beperkingen houden. Het is naar Nederlands recht het slachtoffer dat moet bewijzen hoe de hypothetische situatie eruit had gezien. Hoewel aan dat bewijs geen hoge eisen mogen worden gesteld, ligt deze bewijslast op het slachtoffer.
Voorbeeld
Een zaak waarin er een discussie speelde over de ‘hypothetische situatie’ speelde deze maand voor de Rechtbank Gelderland. U kunt de uitspraak hier terugvinden.
In deze zaak ging het om een patiënt die bij een éénzijdig verkeersongeval een dijbeenbreuk opliep. Aan dit letsel is hij in het Rijnstate Ziekenhuis geopereerd, waarbij er een grendelpen in het dijbeen is geplaatst. Later bleek dat de schroef van de pen verkeerd is geplaatst en dat de fractuur niet goed is doorgebouwd. Helaas leidde deze operatie niet tot het verminderen van de beperkingen, eerder het tegendeel. Het slachtoffer had ontzettende pijnklachten. Een jaar later heeft hij een heroperatie gehad in een ander ziekenhuis. Intensieve nabehandeling vond plaats en de fractuur is genezen. Ondanks pijnbestrijding en oefentherapie blijft het slachtoffer ernstige pijnklachten houden.
Het slachtoffer meent dat als de operatie direct juist had plaatsgevonden hij a) geen heroperatie nodig had gehad en b) volledig was hersteld. De pijnklachten tussen de operatie en de heroperatie zouden hem dan bespaard zijn gebleven en hij had na de heroperatie ook geen klachten meer gehad. Volgens het slachtoffer zou hij aldus in de hypothetische situatie zonder medische fout een korte periode van klachten en beperkingen gehad, mogelijk een paar maanden normale hersteltermijn. In de echte situatie heeft hij tot op heden pijn.
Volgens het ziekenhuis had het slachtoffer wegens zijn letsel (en dus niet door de fout) sowieso pijnklachten en beperkingen gehouden, ook als de operatie direct juist was uitgevoerd. Wegens de fout met de schroef heeft hij tot de heroperatie klachten gehouden, maar de klachten die het slachtoffer ook na de heropatie houdt komen niet door de fout. In de hypothetische situatie zonder fout had cliënt ook klachten gehad.
Als partijen niet uit een medische discussie komen zoals het causaal verband tussen een fout en klachten leggen partijen de zaak niet voor aan een rechter. Die is immers geen arts. Volgens de gedragsregels voor partijen die medische fout zaken behandelen (de GOMA) schakelen partijen in een dergelijk geval een deskundige in. Een gezamenlijk ingeschakelde deskundige oordeelt over de medische geschilpunten. Dit oordeel is bindend voor beide partijen zolang het rapport qua inhoud of de manier waarop het tot stand gekomen is voldoet aan de eisen die daaraan redelijkerwijs gesteld mogen worden. Zo mag van een rapport van een deskundige worden verwacht dat het onpartijdig, consistent, inzichtelijk en logisch is.
In de zaak voor de rechtbank Gelderland heeft de deskundige geoordeeld dat de ziekenhuis gelijk had. De aard van het letsel en níet de fout leidt tot de huidige pijnklachten van het slachtoffer. Omdat het rapport van de deskundige voldoet aan de eisen van onpartijdigheid, consistentie, inzichtelijkheid en logica neemt de rechter het oordeel van de deskundige over. De rechter beslist dat de schade dient te worden begroot gedurende dat jaar tussen de operatie en de heroperatie, waarbij op de schade in mindering moet worden gebracht de schade gedurende de gebruikelijke hersteltijd.
Conclusie
Het begroten van de schade na een medische fout is een moeilijke exercitie. Niet alleen zijn er meer medische aspecten wegens de reeds vóór het medisch ingrijpen bestaande klachten, ook de schadebegroting zelf kent meerdere hordes. Daarom raden wij van Jeroen Bosch Advocaten het altijd aan om goede juridische bijstand in de arm te nemen. Bent u het slachtoffer van een medische fout en wilt u weten wat wij voor u kunnen betekenen? Neem dan vooral contact met ons op via info@jba.kijk.com of 073 -690 0888. Wij staan u graag te woord.