Rechtbank: bijrijder kan schade na eenzijdig ongeluk met lachgas verhalen op verzekeraar bestuurder
Op 18 januari 2023 heeft de Rechtbank Noord-Holland zich uitgelaten over de vraag of de bijrijder van een auto de aansprakelijkheidsverzekeraar van de bestuurder kan aanspreken voor een ernstig eenzijdig verkeersongeval, terwijl de bijrijder wist dat de bestuurder onder invloed was van lachgas en zelf gevulde lachgasballonnen heeft aangereikt aan de bestuurder. De uitspraak is op 23 januari 2023 gepubliceerd en kunt u hier teruglezen.
Feiten
Op 23 april 2020 vond een ernstig eenzijdig verkeersongeval plaats waarbij een personenauto met twee inzittenden met hoge snelheid tegen een stilstaande pijlwagen is gebotst. De bijrijder van de personenauto liep zwaar lichamelijk letsel op als gevolg van het ongeval.
De bijrijder heeft na het ongeval verklaard dat hij tijdens de autorit ballonnen met lachgas aan de bestuurder van de personenauto had gegeven en dat de bestuurder deze ballonnen heeft leeggezogen. Vlak daarvoor hadden zij samen lachgasballonnen gebruikt toen zij geparkeerd stonden bij een McDonalds.
Op 20 december 2022 heeft de meervoudige strafkamer van de rechtbank Noord-Holland de bestuurder veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twaalf maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk wegens kort gezegd roekeloos rijgedrag. Daarbij heeft de rechtbank tevens een ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van drie jaar opgelegd.
De bijrijder heeft zoals al vermeld zwaar lichamelijk letsel overgehouden aan het ongeval. Hij is van mening dat ASR zijn schade dient te vergoeden als aansprakelijkheidsverzekeraar van de personenauto waarmee het ongeval geschiedde. De bijrijder verzoekt de rechtbank in een deelgeschilprocedure om te bepalen dat ASR aansprakelijk is voor zijn schade en verplicht is deze schade te vergoeden op basis van de tussen haar en haar verzekerde gesloten verzekeringsovereenkomst.
Aansprakelijkheid
De rechtbank buigt zich allereerst over de vraag of de bestuurder van de personenauto onrechtmatig heeft gehandeld jegens de bijrijder. Indien dat het geval is, is ASR als aansprakelijkheidsverzekeraar jegens de bijrijder aansprakelijk voor het ongeval en maakt de bijrijder dus aanspraak op vergoeding van zijn schade als gevolg van het ongeval. De rechtbank oordeelt inderdaad dat de bestuurder van de personenauto onrechtmatig heeft gehandeld jegens de bijrijder en dat ASR als aansprakelijkheidsverzekeraar jegens de bijrijder aansprakelijk is voor het ongeval. Daartoe overweegt de rechtbank het volgende.
De rechtbank stelt dat uit de vaststaande feiten blijkt dat de bestuurder onder invloed van lachgas zijn auto heeft bestuurd. Dit blijkt onder meer uit een verklaring van de bijrijder tijdens een voorlopig getuigenverhoor. Daarnaast heeft de meervoudige strafkamer van de rechtbank Noord-Holland de bestuurder veroordeeld wegens roekeloos rijgedrag door onder invloed van lachgas te hard te hebben gereden. Ook de rechtbank is er daarbij vanuit gegaan dat de bijrijder gevulde ballonnen met lachgas tijdens het rijden aan de bestuurder heeft gegeven.
ASR stelt zich op het standpunt dat de bijrijder de primaire aanstichter is van het ongeluk, door gevulde ballonnen met lachgas tijdens het rijden aan de bestuurder te geven. Volgens ASR kan de bijrijder daardoor geen bescherming ontlenen aan de door de bestuurder geschonden norm. Dit is een relativiteitsverweer, meer specifiek een in-pari-delicto-verweer. In de in-pari–delicto-situaties heeft de benadeelde (in casu de bijrijder) zich door zijn eigen gedrag aan de bescherming van de door de laedens (in casu de bestuurder) geschonden norm onttrokken. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn doordat de benadeelde dezelfde norm heeft geschonden als die hij de laedens verwijt geschonden te hebben.
De rechtbank volgt het in-pari-delicto-verweer van ASR echter niet en verwerpt dit. De rechtbank overweegt dat het ongeval primair is veroorzaakt door het roekeloze rijgedrag van de bestuurder. De bestuurder was onder invloed van lachgas, zat aan het stuur, heeft te hard gereden en de pijlwagen te laat opgemerkt, aldus de rechtbank. De rechtbank overweegt dat in deze zaak sprake is van een duidelijk onderscheid tussen de handelwijze van de bestuurder en de bijrijder. Gesteld noch gebleken is dat de bijrijder zich heeft bemoeid met de wijze van besturen van de auto of het rijgedrag van de bestuurder.
Op basis van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de bestuurder inderdaad onrechtmatig heeft gehandeld jegens de bijrijder en dat ASR als aansprakelijkheidsverzekeraar jegens de bijrijder aansprakelijk is voor het ongeval.
Eigen schuld?
De rechtbank buigt zich vervolgens over de vraag of er reden is om de schadevergoedingsplicht van ASR te verminderen vanwege eigen schuld aan de zijde van de bijrijder. De rechtbank doet dat aan de hand van artikel 6:101 BW en komt uiteindelijk tot het oordeel dat de gedragingen van beide partijen in gelijke mate hebben bijgedragen aan het ontstaan van het ongeval en de schade, waardoor ASR 50% van de schade van de bijrijder dient te vergoeden. Daartoe overweegt de rechtbank het volgende.
Volgens de rechtbank is het ongeluk (en de schade) een gevolg van omstandigheden die aan beide partijen kunnen worden toegerekend. De rechtbank verwijt de bestuurder dat hij als bestuurder van zijn auto onder invloed van lachgas deelgenomen heeft aan het verkeer en met hoge snelheid op de pijlwagen is gebotst terwijl er snelheidsbeperkende verkeersmaatregelen van kracht waren vanwege wegwerkzaamheden. De rechtbank is van oordeel dat de bestuurder roekeloos heeft gereden en een ernstig verwijtbare verkeersfout heeft gemaakt.
Daartegenover staat dat de bijrijder toen hij de auto instapte wist dat de bestuurder onder invloed was van lachgas. Immers, zij hadden eerder bij de McDonalds gezamenlijk lachgasballonnen gebruikt. Daarnaast heeft de bijrijder tijdens het rijden lachgasballonnen aan de bestuurder gegeven. Volgens de rechtbank had de bijrijder kunnen weten welke risico’s het gebruik van lachgas tijdens het autorijden heeft. Door het aanreiken van de gevulde lachgasballonnen heeft de bijrijder eraan bijgedragen dat de bestuurder onder invloed van lachgas kon blijven rijden.
Het voorgaande brengt de rechtbank tot de conclusie dat de mate waarin de aan beide partijen toe te rekenen omstandigheden tot de schade hebben bijgedragen gelijkelijk over hen dienen te worden verdeeld. Dat betekent dat de bijrijder 50% eigen schuld heeft aan het ontstaan van zijn schade. De overige 50% van zijn schade dient door ASR vergoed te worden. Aannemelijk is overigens wel dat ASR deze schade op grond van de polisvoorwaarden van de verzekeringsovereenkomst kan verhalen op de bestuurder, aangezien vaststaat dat laatstgenoemde zich schuldig heeft gemaakt aan roekeloos rijgedrag.
Billijkheidscorrectie?
Artikel 6:101 BW biedt de mogelijkheid om na invulling van de wederzijdse causaliteit nog tot een andere verdeling van de schade te komen middels de billijkheidscorrectie. Bij de beantwoording van de vraag of de billijkheid – gelet op de persoonlijke en maatschappelijke belangen die bij het gegeven geval zijn betrokken – een andere verdeling eist, moet rekening worden gehouden met de ernst en de mate van verwijtbaarheid van de over en weer gemaakte fouten en met alle andere omstandigheden van het geval, waaronder de gevolgen van het ongeval en de ernst daarvan.
De rechtbank ziet in casu geen aanleiding voor een billijkheidscorrectie ten gunste van de bijrijder. De rechtbank gaat hier verder ook niet inhoudelijk op in, ondanks het feit dat duidelijk is dat de bijrijder zwaar lichamelijk letsel heeft overgehouden aan het ongeval.
Het voorgaande betekent dat voor ASR een schadevergoedingsplicht van 50% resteert jegens de bijrijder.
Conclusie
De uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland illustreert: de bijrijder van een auto kan zelfs als hij met zijn gedragingen heeft bijgedragen aan het ontstaan van een ongeval (en schade), de aansprakelijkheidsverzekeraar van de bestuurder aanspreken. Wel dient de bijrijder in casu de helft van zijn schade zelf te dragen, omdat hij instapte bij een bestuurder waarvan hij wist dat die onder invloed was van lachgas en omdat hij gevulde lachgasballonnen heeft aangereikt aan de bestuurder.