Een rechtvaardige, maar opmerkelijk geformuleerde uitspraak over werkgeversaansprakelijkheid

Onlangs oordeelde de Rechtbank Midden-Nederland over een casus waarin een vrachtwagenchauffeur een wond aan zijn scheenbeen heeft opgelopen terwijl hij via bemiddeling laad- en loswerkzaamheden aan het verrichten was voor HEMA. Het antwoord op de vraag of HEMA en/of het bemiddelingsbureau aansprakelijk is/zijn voor de schade van de vrachtwagenchauffeur staat centraal. U kunt de uitspraak hier teruglezen.

Wat is er gebeurd?

Een vrachtwagenchauffeur heeft via bemiddeling werkzaamheden voor HEMA verricht. Op 11 september 2015 vervoerde hij een rolcontainer met dozen vanuit de vrachtwagen naar een vestiging van HEMA. Hij duwde deze rolcontainer voor zich uit en reed op enig ogenblik over een putdeksel in het trottoir. De rolcontainer is vervolgens gaan kantelen en tegen het scheenbeen van de vrachtwagenchauffeur aan gekomen. Hierdoor heeft hij een wond aan zijn scheenbeen opgelopen.

Verzoek en verweer

De vrachtwagenchauffeur vordert een verklaring voor recht dat HEMA en/of het bemiddelingsbureau aansprakelijk is/zijn voor het desbetreffende ongeval en zijn schade moet(en) vergoeden. Naar zijn mening is in strijd gehandeld met de op hen rustende zorgplicht. Als werkgever dien je namelijk redelijke maatregelen te treffen om ervoor te zorgen dat je werknemers geen schade oplopen in de uitoefening van hun werkzaamheden.

HEMA verweert zich door te stellen dat zij juist wel aan haar zorgplicht heeft voldaan. De rolcontainer diende namelijk over de openbare weg te worden gereden. Zij heeft geen zeggenschap over het trottoir met daarin de putdeksel. Ook stelt HEMA dat sprake is van maar een klein hoogteverschil rondom de putdeksel, de vrachtwagenchauffeur de rolcontainer had moeten trekken in plaats van duwen en het bemiddelingsbureau niet aansprakelijk is voor de door de vrachtwagenchauffeur geleden schade. Dit bureau was namelijk niet belast met het instrueren van de man en het houden van toezicht op zijn werkzaamheden.

Hoe oordeelt de rechtbank?

De rechtbank is van mening dat de vrachtwagenchauffeur schade heeft opgelopen in de uitoefening van zijn werkzaamheden. Op de camerabeelden is namelijk te zien dat de wieltjes van de rolcontainer zijn blijven steken en de rolcontainer is gekanteld. De man heeft de container vervolgens tegengehouden, waardoor deze weer terug is gekanteld. Op de camerabeelden is echter niet goed te zien op welke manier de container in aanraking is gekomen met het scheenbeen van de vrachtwagenchauffeur. De rechtbank acht het desalniettemin aannemelijk dat hij de wond heeft opgelopen door het kantelen van de rolcontainer.

Verder heeft de vrachtwagenchauffeur aangegeven dat een collega tijdens het inwerken aan hem heeft verteld dat rolcontainers met de zwenkwielen naar je toe moeten worden verplaatst en hij de container gewoon moet laten gaan op het moment dat deze dreigt te vallen. Aangezien HEMA niet heeft aangetoond dat zij de vrachtwagenchauffeur heeft geïnstrueerd om de rolcontainer te trekken in plaats van te duwen, gaat de rechtbank uit van de lezing van de man. Hiermee wordt echter niet duidelijk wat nu de juiste manier van het verplaatsen van een rolcontainer is. Moet deze nu worden getrokken of geduwd? De man heeft ter zitting betoogd dat het niet mogelijk was om de rolcontainer te trekken. HEMA is het daar niet mee eens. Op de camerabeelden is namelijk te zien dat andere werknemers de containers juist trekken en zij geen last hebben van de bewuste putdeksel. De man verweert zich hier vervolgens tegen door te stellen dat de andere werknemers met andere karren – waarmee makkelijker kan worden gemanoeuvreerd – rijden.

De rechter maakt op zijn beurt kenbaar het heel begrijpelijk te vinden dat de man vanuit een impuls heeft geprobeerd om de container niet te laten vallen en de rolcontainer zo instabiel was dat zelfs het kleine hoogteverschil rondom de putdeksel deze liet wankelen.

Conclusie

De rechter concludeert dat sprake is van een ongelukkige samenloop, maar deze wel voor risico van HEMA komt en zij dus aansprakelijk is voor de schade van de vrachtwagenchauffeur. Het bemiddelingsbureau is naar zijn mening niet aansprakelijk. De rechtbank volgt de redenering van HEMA hierbij.

Deze uitkomst vinden wij rechtvaardig, maar de formulering van voornoemde conclusie is wel zeer opmerkelijk te achten. Een ongelukkige samenloop van omstandigheden houdt normaliter namelijk geen aansprakelijkheid en dus ook geen reden voor schadevergoeding in.

Heeft u vragen over dit onderwerp?

Schroom dan vooral niet om contact met ons op te nemen. U kunt ons bereiken op telefoonnummer 073-6900888, of stuur ons een facebookbericht of een e-mail naar info@jba.kijk.com.

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *