Aansprakelijk voor een dronken stoeipartij?

De rechtbank Limburg heeft zich op 29 november 2023 uitgelaten over de aansprakelijkheid voor oorletsel dat is ontstaan door een stoeipartij tussen twee vrienden. De uitspraak is gepubliceerd op 12 december 2023 en kunt u hier teruglezen.

Dronken vrienden

In de nacht van 20 augustus 2017 is een jongen samen met twee vrienden op stap in het centrum van Maastricht. Rond kwart over drie liepen ze vanuit het café terug naar de auto. Onderweg is een stoeipartij tussen de jongen en een van zijn vrienden ontstaan. De vrienden verschillen echter van mening over de toedracht van het letsel.

De jongen verklaart dat zijn vriend zonder verklaarbare reden op de grond ging liggen. Toen hij niet overeind wilde komen, probeerde de jongen hem overeind te helpen. Toen zijn vriend eenmaal op zijn benen stond, kreeg hij plots een harde klap op zijn linkeroor. De jongen had pijn en werd misselijk en duizelig.

De vriend van de jongen verklaart dat zij wel vaker onschuldig over en weer stoeiden, zoals ook op die bewuste avond na twaalf bier. Tijdens de worsteling is de jongen blijkbaar op zijn oor geraakt, maar hij had zich dat niet gerealiseerd. Hij heeft naderhand meerdere keren gevraagd of de jongen in orde was en of hij niet naar het ziekenhuis moest. De jongen gaf echter aan dat hij in orde was en heeft hem en de derde vriend vervolgens gewoon naar huis gebracht.

Eenmaal thuis heeft de jongen met een wattenstaafje gecontroleerd of zijn oor bloedde, wat ook het geval was. De volgende ochtend zat er ook bloed aan zijn hoofdkussen en had hij oorpijn gekregen. Hij is vervolgens naar de huisarts gegaan en die heeft hem doorverwezen naar een KNO-arts. Die heeft vastgesteld dat er sprake was van een perforatie van het trommelvlies met daarbij passend gehoorverlies.

Vrijspraak in de strafrechtelijk procedure

De jongen heeft aangifte gedaan en zijn vriend is naar aanleiding daarvan strafrechtelijk vervolgd. De jongen heeft zich in die strafrechtelijke procedure gevoegd als benadeelde partij. Hij heeft daarin een schadevergoeding van bijna € 32.000,- gevorderd.

De politierechter heeft de vriend op 28 juni 2019 echter vrijgesproken. De vordering van de jongen is daarom niet-ontvankelijk verklaard. De advocaat van de jongen heeft de vriend vervolgens aansprakelijk gesteld, maar die betwist dat hij aansprakelijk is. Om die reden is de jongen deze civiele procedure gestart.

De vordering

De jongen vordert dat de rechtbank voor recht verklaart dat zijn vriend jegens hem toerekenbaar onrechtmatig heeft gehandeld en aansprakelijk is voor alle materiële en immateriële schade die hij als gevolg van het voorval heeft geleden en nog zal lijden. Daarnaast vordert hij dat de rechtbank hem veroordeelt tot betaling van een vergoeding voor zijn medische kosten, reiskosten, studievertraging, nodeloos gemaakte kosten, smartengeld en buitengerechtelijke kosten. In totaal komt de vordering van de jongen neer op een bedrag van ruim € 52.000,-.

Hiertoe voert de jongen aan dat zijn vriend onrechtmatig jegens hem heeft gehandeld door hem op zijn oor te slaan. Hij heeft daardoor blijvend lichamelijk letsel opgelopen, hetgeen ook heeft geleid tot psychische klachten.

Het oordeel van de rechtbank

Bij de behandeling van aansprakelijkheid stelt de rechtbank het volgende voorop. Een gevaarscheppende gedraging is slechts onrechtmatig indien de mate van waarschijnlijkheid van schade als gevolg van dat gedrag zo groot is, dat de dader zich daarvan naar maatstaven van zorgvuldigheid had moeten onthouden. De rechtbank benoemt vervolgens welbekende kelderluik-criteria; de grootte van de kans op een ongeval, de ernst van de gevolgen en de bezwaarlijkheid van de te nemen veiligheidsmaatregelen.

De rechtbank stelt vervolgens dat ook de context van het voorval in afweging moet worden genomen. Deze context bepaalt welke mate van risico aanvaardbaar is en daarmee of het vertrekpunt van de weging streng of juist minder streng is voor de gevaarzetter. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de verhoogde aansprakelijkheidsdrempel voor sport- en spelsituaties. De rechtbank oordeelt echter dat daarvan in dit geval geen sprake is. Speels gedrag moet worden onderscheiden van sport en spel, omdat er regels ontbreken en partijen niet competitief tegenover elkaar staan. Daarom is de normale maatstaf voor gevaarzetting van toepassing.

De rechtbank gaat vervolgens in op de verklaringen van de jongen en zijn vriend. De rechtbank overweegt dat de jongen telkens consistent heeft verklaard over wat er is gebeurd, maar dat dit niet geldt voor zijn vriend. De vriend heeft bij de politie niet ontkend dat hij de jongen op zijn oor heeft geraakt, maar gaf aan dat het per ongeluk was gebeurd tijdens het stoeien. Ook zou hij meermaals hebben gevraagd hoe het met de jongen ging. In deze procedure stelt de vriend echter dat er wel is gestoeid, maar dat hij de jongen niet op zijn oor heeft geraakt. Vervolgens verklaart de vriend dat er eigenlijk helemaal niet is gestoeid en dat het enkel ging om jolig duwen, hoewel hij later ook weer betwijfelt of er is geduwd. Op grond van de consistente stellingen van de jongen ten opzichte van het wisselende en innerlijk tegenstrijdig verweer van de vriend, is de rechtbank van oordeel dat de vriend onvoldoende gemotiveerd heeft betwist dat hij de jongen op zijn oor heeft geslagen.

De rechtbank overweegt dat het voor de aansprakelijkheid niet uitmaakt of de klap tijdens het stoeien of uit het niets is uitgedeeld. De maatschappelijke zorgvuldigheid vereist namelijk in beide situaties dat je iemand niet met kracht slaat op kwetsbare delen van het lichaam, zoals de oren, ogen, mond of neus. Het is een feit van algemene bekendheid dat de kans op ernstig letsel daarvoor te groot is. In het algemeen geldt dat een partij er bij het stoeien niet op bedacht hoeft te zijn dat hij zo’n harde klap op zijn oor krijgt dat hij daar (mogelijk) een gehoorbeschadiging aan overhoudt.

Dat de vriend niet met opzet de jongen heeft geraakt doet, in tegenstelling tot de strafrechtelijke beoordeling, niet af aan de onrechtmatigheid van de gedraging. De vriend had moeten vermijden dat hij de jongen op zijn hoofd zou raken en dat heeft hij kennelijk niet gedaan. De vriend heeft daarom toerekenbaar onrechtmatig gehandeld jegens de jongen.

Tot slot oordeelt de rechtbank over het causaal verband tussen de perforatie van het trommelvlies en de klap. De vriend had allerlei alternatieve oorzaken voor het gehoorverlies aangevoerd, zoals het feit dat de jongen een wattenstaafje in zijn oor stak, dat hij zich regelmatig blootstelde aan harde muziek, dat hij een kickbokser was en dat hij misschien een oorontsteking heeft gehad. De rechtbank oordeelt echter dat, op basis van de verklaringen over de toedracht en het medisch dossier van de jongen, het dermate aannemelijk is dat de perforatie door de klap is ontstaan, dat alternatieve oorzaken goed onderbouwd moeten zijn. De stellingen van de vriend blijven echter hangen op het niveau van algemene suggesties zonder enige onderbouwing, zodat die het karakter krijgen van een schot hagel. Het causaal verband is door de vriend onvoldoende gemotiveerd betwist.

Nu de onrechtmatige daad en het causaal verband zijn komen vast te staan, is de vriend aansprakelijk voor de schade die de jongen als gevolg van de klap heeft geleden. De rechtbank geeft partijen echter eerst nog de gelegenheid om hun standpunten over de schade nader te onderbouwen.

Conclusie

Ook een gemoedelijke stoeipartij of worsteling tussen vrienden kan leiden tot aansprakelijkheid voor eventuele schade. Zeker bij letsel kan die schade al snel hoog oplopen. Het is dus van belang om altijd bedachtzaam te blijven op de veiligheid van anderen, ook na twaalf bier.

Heeft u vragen over dit onderwerp?

Aarzel dan niet om contact met ons op te nemen. Dit kan via het telefoonnummer boven in beeld of door een e-mailbericht te sturen naar info@jba.nl.

 

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *