Arbitragecommissie KNVB beslist: is Ajax aansprakelijk voor knieblessure Zakaria Labyad?  

De Arbitragecommissie van de KNVB heeft op 3 februari 2023 een zeer interessant vonnis gewezen in een geschil tussen Ajax en voetbalspeler Zakaria Labyad. Labyad raakte op 6 april 2022 geblesseerd op een training van Ajax en is van mening dat Ajax als werkgever gehouden is zijn schade als gevolg van die blessure te vergoeden. U kunt het vonnis van de Arbitragecommissie hier teruglezen.

Feiten

Zakaria Labyad is een 29-jarige voetballer die in de zomer van 2018 door Ajax werd overgenomen van FC Utrecht. Hij tekende destijds een contract voor vier jaar, tot en met 30 juni 2022.

Op 6 april 2022, vlak voordat zijn contract afliep, raakte Labyad ernstig geblesseerd op de training van Ajax. Tijdens een partijvorm verstapte Labyad zich bij het afschermen van de bal, waarna hij letsel opliep aan zijn rechterknie.

Labyad is vervolgens in Londen geopereerd door dr. Williams. Fortius Clinic, waaraan dr. Williams is verbonden, heeft Ajax diverse facturen verzonden à in totaal € 48.921,86 met betrekking tot de operatie en revalidatie. Deze facturen heeft Ajax in eerste instantie voldaan.

Het contract van Labyad bij Ajax liep tot en met 30 juni 2022, wat betekent dat hij op 1 juli 2022 clubloos is geworden. Omdat Labyad op dat moment nog herstellende was van het op 6 april 2022 opgelopen knieletsel, heeft hij vooralsnog geen nieuwe club kunnen vinden en kan hij dus geen inkomsten genereren middels een nieuw dienstverband bij een andere club.

Rechtsvraag

Labyad is van mening dat Ajax op grond van artikel 7:658 BW als werkgever aansprakelijk is voor het bedrijfsongeval dat hem overkwam tijdens de training op 6 april 2022. Hij verzoekt de Arbitragecommissie van de KNVB om te verklaren dat Ajax op grond van voorgenoemd artikel gehouden is om de schade te vergoeden die hij ten gevolge van het hem overkomen bedrijfsongeval heeft geleden, lijdt en in de toekomst nog zal lijden.

Subsidiair stelt Labyad zich op het standpunt dat Ajax zich niet als een goed werkgever heeft gedragen en op grond van artikel 7:611 BW aansprakelijk is voor zijn schade.

Labyad vordert onder andere een bedrag van € 813.685,46 bruto vanwege de inkomsten die hij misloopt, doordat hij tot ten minste 1 juli 2023 geen inkomsten kan genereren middels een nieuw dienstverband bij een andere club. Daarnaast verzoekt Labyad de Arbitragecommissie onder meer om Ajax te veroordelen tot betaling van alle medische kosten samenhangend met de operatie aan de knie en het herstel daarvan, samen oplopend tot een bedrag van ruim € 75.000,00.

Beoordeling Arbitragecommissie

Artikel 7:658 BW bepaalt dat een werkgever jegens een werknemer aansprakelijk is voor de schade die de werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden lijdt, tenzij de werkgever aantoont dat hij heeft voldaan aan de op hem rustende zorgplicht die is neergelegd in lid 1 van voorgenoemd artikel. Tussen partijen is niet in geschil dat Labyad knieletsel heeft opgelopen nadat hij zich verstapte op het trainingsveld bij het afschermen van de bal. Derhalve staat vast dat Labyad schade heeft geleden bij de uitoefening van zijn werkzaamheden.

De Arbitragecommissie buigt zich vervolgens over de vraag of Ajax aan haar zorgplicht als werkgever heeft voldaan. Zij stelt voorop dat Ajax als werkgever dient te stellen en te bewijzen dat zij alle maatregelen heeft genomen en alle aanwijzingen heeft gegeven die redelijkerwijs nodig zijn om schade te voorkomen. Ajax stelt dat zij voldoende maatregelen heeft genomen en aanwijzingen heeft gegeven en daarmee aan haar zorgplicht heeft voldaan. Ajax betoogt hiertoe dat zij voorafgaand aan de training een instructie over de training heeft gegeven, dat zij een topclub is met een bij een topclub behorende passende gekwalificeerde (medische) staf en trainers, dat het trainingsveld en andere faciliteiten van uitstekende kwaliteit zijn, dat zij een adequate warming-up heeft verzorgd en dat er een mentalcoach beschikbaar is voor begeleiding van spelers die bijvoorbeeld spannings- of stressklachten ervaren. Ajax stelt dat zij niet inziet welke maatregelen zij in redelijkheid meer had kunnen treffen om schade bij Labyad te voorkomen.

Labyad stelt daartegenover dat Ajax niet aan haar zorgplicht heeft voldaan. Labyad betwist dat Ajax adequate maatregelen heeft genomen. Hij is van mening dat een knieblessure een veelvoorkomend risico is binnen de uitoefening van het beroep van profvoetballer. Ajax moet haar spelers consequent en dringend instrueren om tijdens de training gefocust te blijven en de nodige voorzichtigheid en oplettendheid te betrachten, aldus Labyad. Voorts had Ajax Labyad beter moeten begeleiden met betrekking tot het voorkomen van een knieblessure, mede gelet op een eerdere knieblessure van Labyad. Deze eerdere knieblessure betreft een ander letsel. Daarnaast had Ajax Labyad beter en meer moeten begeleiden in verband met het nadere einde van de arbeidsovereenkomst en de druk die dit op hem legde om een nieuw contract te verdienen bij Ajax, c.q. zich in de kijker te kunnen spelen voor andere clubs. Labyad betwist met de door Ajax genoemde mentalcoach gesprekken te hebben gehad.

De Arbitragecommissie oordeelt uiteindelijk dat Ajax aan haar zorgplicht heeft voldaan. Zij stelt voorop dat Ajax een staf van gekwalificeerde trainers, fysiotherapeuten en overige (medische) ondersteuning heeft, en dat de trainingsfaciliteiten, waaronder het veld, voldeden aan de te stellen eisen. Voorafgaand aan de training heeft Ajax een instructie verstrekt aan Labyad waaruit de inhoud van de training volgt en heeft een adequate warming-up plaatsgevonden. De Arbitragecommissie benadrukt dat de zorgplicht van Ajax zover gaat als redelijkerwijs nodig is om te voorkomen dat Labyad schade lijdt. Deze waarborg is echter niet absoluut en het kan daarmee voorkomen dat een werknemer zoals Labyad schade lijdt als gevolg van een knieblessure, waarvoor Ajax niet aansprakelijk is. In de onderhavige omstandigheden heeft Ajax voldoende maatregelen getroffen en aanwijzingen verstrekt zoals redelijkerwijs nodig is om te voorkomen dat een werknemer als Labyad schade lijdt bij de uitvoering van zijn werkzaamheden. Labyad heeft de Arbitragecommissie geen andere rechtens relevante maatregelen of aanwijzingen kunnen voorhouden welke Ajax had kunnen nemen om de schade (en vergelijkbare schades) te kunnen voorkomen. Derhalve luidt het oordeel van de Arbitragecommissie dat Ajax voldaan heeft aan haar zorgplicht en dus niet op grond van artikel 7:658 BW aansprakelijk is voor de schade van Labyad.

Voorts kan ook artikel 7:611 BW volgens de Arbitragecommissie niet leiden tot de aansprakelijkheid van Ajax. Labyad stelt dat Ajax als goed werkgever een behoorlijke verzekering had dienen af te sluiten voor bedrijfsongevallen of op andere wijze had moeten instaan voor de financiële gevolgen van het ongeval. Deze redenering wordt echter niet gevolgd door de Arbitragecommissie. De Arbitragecommissie refereert aan het arrest van de Hoge Raad van 1 november 2011 (ECLI:HR:2011:BR5223). Daarin heeft de Hoge Raad overwogen dat de op artikel 7:611 BW gebaseerde verzekeringsverplichting beperkt dient te blijven tot de categorie van aan werknemers in de uitoefening van hun werkzaamheden overkomen verkeersongevallen. De Arbitragecommissie ziet geen reden om van deze beperking af te wijken. De Arbitragecommissie wijst de door Labyad gestelde aansprakelijkheid van Ajax op grond van artikel 7:611 BW dus ook af.

Vordering Ajax in reconventie

Ajax heeft in reconventie nog betaling door Labyad gevorderd van het bedrag à in totaal € 48.921,86 vanwege de operatie die hij had ondergaan in Londen. De Arbitragecommissie wijst de vordering van Ajax toe. De Arbitragecommissie stelt voorop dat Labyad zelf de keuze heeft gemaakt voor de operatie door dr. Willams en niet heeft gekozen voor een behandeling in Nederland. Had Labyad gekozen voor een operatie in Nederland, dan zou deze waarschijnlijk vergoed zijn door zijn zorgverzekeraar. Voor de Arbitragecommissie geldt in dit geval als uitgangspunt dat indien een werknemer als gevolg van een blessure een operatie ondergaat, de kosten daarvan worden gedragen door de werknemer, tenzij er andersluidende afspraken zijn gemaakt in de arbeidsovereenkomst. De Arbitragecommissie is van oordeel dat in de arbeidsovereenkomst tussen Labyad en Ajax geen afspraken zijn gemaakt waaruit volgt dat Ajax de kosten van een medische ingreep vergoedt. Zij wijst de vordering van Ajax in reconventie derhalve toe.

Conclusie

Labyad druipt als verliezer af in de procedure bij de Arbitragecommissie. De Arbitragecommissie is van mening dat Ajax haar zorgplicht als werkgever niet geschonden heeft en dus niet aansprakelijk is voor het knieletsel dat Labyad heeft opgelopen in de uitoefening van zijn werkzaamheden voor Ajax.

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *