Coronavirus en thuiswerken
Al lange tijd werken mensen steeds meer thuis. Dit wordt ook wel het Nieuwe Werken genoemd. Door het coronavirus kreeg het thuiswerken een nieuwe, ongekende impuls. Het gegeven dat pas 3% van de Nederlandse bevolking antistoffen tegen het coronavirus heeft aangemaakt – waar 60% gewenst is – doet vermoeden dat het thuiswerken nog wel eens zou kunnen aanhouden. In dit artikel zetten wij de gevolgen voor werkgevers en werknemers uiteen.
Het standaard juridisch kader voor werkgeversaansprakelijkheid
Op grond van de arbeidsovereenkomst heeft een werkgever een zorgplicht jegens de werknemer, die voortvloeit uit artikel 7:658 BW. Ook dient een werkgever zich op grond van artikel 7:611 BW als een goed werkgever te gedragen. De uit artikel 7:658 lid 1 BW voortvloeiende zorgplicht houdt in dat een werkgever voor het verrichten van arbeid zodanige maatregelen treft en aanwijzingen geeft als redelijkerwijs nodig is om te voorkomen dat de werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden schade lijdt.
De omvang van de zorgplicht wordt in de eerste plaats bepaald door hetgeen op grond van de regelgeving op het terrein van de arbeidsomstandigheden van de werkgever gevergd wordt. De wetgever heeft voor ogen gestaan dat er materieel geen onderscheid bestaat tussen enerzijds de zorgplicht van de werkgever die in artikel 3, lid 1 van de Arbeidsomstandighedenwet (Arbo) is omschreven als de zorg ‘voor de veiligheid en de gezondheid van de werknemers inzake alle met het werk verbonden aspecten’ en anderzijds de civielrechtelijke zorgplicht.
Als de wetgeving op het gebied van arbeidsomstandigheden wordt geschonden kan dat dus snel leiden tot civielrechtelijke aansprakelijkheid van de werkgever.
Van toepassing op thuiswerken?
Dan volgt natuurlijk de vraag of de zorgplicht van de werkgever, en de arbeidsomstandighedenregelgeving wel van toepassing is op thuiswerken. In 2008 heeft de hoogste rechter van Nederland bepaalt dat onder het begrip ‘arbeidsplaats’ iedere plaats valt die in verband met het verrichten van arbeid wordt of pleegt te worden gebruikt. Dit begrip is later ook in de Arbeidsomstandighedenwet opgenomen. Op de arbeidsplaats is alle arbeidsomstandighedenwetgeving van toepassing.
In het Arbeidsomstandighedenbesluit is het thuiswerken specifiek benoemd als ‘arbeid die een werkgever door een werknemer doet verrichten in een woning of op een andere door die werknemer gekozen plaats buiten het bedrijf of de inrichting, die niet de arbeidsplaats van die werkgever is’. Het kantoor van de werkgever is dus de arbeidsplaats en thuiswerken is arbeid die wordt verricht in een woning of op een andere plaats dan de arbeidsplaats. Op thuiswerken is een deel van de arbeidsomstandighedenwetgeving van toepassing.
Voor thuiswerken en andere plaatsonafhankelijke arbeid geldt dus een verlicht arbeidsomstandigheden-regime. Daardoor hoeft de werkgever niet te voldoen aan verplichtingen ten aanzien van onder andere brandgevaar, vluchtwegen, kleedruimtes en bijvoorbeeld de aanwezigheid van toiletten.
Verplichting 1: ergonomische werkplek
Op grond van artikel 5.4 jo. 1.47 lid 2 Arbeidsomstandighedenbesluit moet de werkgever zorg te dragen voor een ergonomisch ingerichte thuiswerkplek. De wetgever heeft uitgelegd waarom dit een verplichting is. Kortgezegd komt dat er op neer dat ongunstige werkhoudingen kunnen leiden tot gezondheidsschade. Ongunstige werkhoudingen, als vorm van fysieke belasting, worden mede veroorzaakt door de wijze waarop een werkplek is ingericht.
De werkplek moet daarom doelmatig zijn ingericht, dat wil zeggen dat er rekening wordt gehouden met de fysieke kenmerken en beperkingen van de werknemer en de aard van de werkzaamheden, zodanig dat een werknemer zijn werkzaamheden in een goede werkhouding kan verrichten, dus met optimale ondersteuning van het lichaam, op de juiste werkhoogte, met alle materialen en producten binnen handbereik en met voldoende voet- en beenruimte.
Welke maatregelen de werkgever concreet moet treffen is niet in een wet vastgelegd. De wetgever zegt dat moet worden gekeken naar wat vakdeskundigen in brede kring aanvaarden als toepasbaar in de praktijk. Daarvoor hoeft de werkgever niet onbeperkt de portemonnee te trekken: het moet wel in de praktijk te brengen zijn, hetgeen inhoudt dat ook de economische, operationele en technische aspecten meegewogen mogen worden. Over het algemeen wordt aangenomen dat werkgevers wel dienen te zorgen voor de juiste arbeidsmiddelen zoals een ergonomische stoel of bureau en voldoende kunstlicht.
Verplichting 2: werkdruk
Op grond van artikel 3, lid 2 Arbo dient de werkgever in het kader van zijn zorgplicht een beleid te voeren dat is gericht op voorkoming (en indien dat niet mogelijk is beperking) van psychosociale arbeidsbelasting. Onder psychosociale arbeidsbelasting verstaat de Arbo ‘de factoren, direct of indirect onderscheid, met inbegrip van seksuele intimidatie, agressie en geweld, pesten en werkdruk, in de arbeidssituatie die stress teweeg brengen’. De term “stress” is omschreven als ‘een toestand die als negatief ervaren lichamelijke, psychische of sociale gevolgen heeft’.
Conclusie: thuiswerken in tijden van corona
Men ziet en hoort dat veel thuiswerkers momenteel te maken hebben met meer stress dan voorheen. Dat heeft verschillende redenen. Kinderen dienen thuisonderwijs te krijgen en oppassende opa’s en oma’s komen niet (of minder) langs. Er is minder fysieke afstand tot het werk waardoor het moeilijker is om los te laten en tegelijkertijd is zijn er minder pauzemomenten met collega’s. Hierdoor kan een hoge werkdruk en daarmee stress ontstaan. De werkgever dient hiertegen een preventief beleid te voeren. De standaard juridische norm is dus hetzelfde, maar in tijden van corona is er een extra groot belang om preventief beleid te voeren.
De verplichting tot het zorg dragen voor een ergonomisch ingerichte werkplek geldt niet indien dit redelijkerwijs niet van de werkgever kan worden gevergd. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer slechts incidenteel voor korte tijd thuis wordt gewerkt. Dit kon de eerste weken van het thuiswerken door het coronavirus nog worden volgehouden. Als de maatregelen echter na 28 april 2020 worden verlengd, voorzien wij bij Jeroen Bosch Advocaten dat de verplichting om voor een ergonomisch ingerichte werkplek te zorgen ten volle gaan gelden. Het is raadzaam om daarom alvast te inventariseren hoe de werknemers werken en welke maatregelen getroffen moeten worden.
Contact
Heeft u een vraag over dit onderwerp of bent u benieuwd wat wij voor u kunnen betekenen, bel dan met 073-6900888, stuur een facebookbericht, of stuur een e-mail naar info@jba.kijk.com.